Een mbo-studie is een opleiding in het middelbaar beroepsonderwijs. Deze opleidingen bereiden studenten voor op een specifiek beroep en zijn praktisch gericht. Mbo-opleidingen zijn er op vier niveaus:
- Niveau 1: Entreeopleiding – voor eenvoudige uitvoerende beroepen.
- Niveau 2: Basisberoepsopleiding – voor uitvoerend werk.
- Niveau 3: Vakopleiding – voor zelfstandige beroepen.
- Niveau 4: Middenkaderopleiding of specialistenopleiding – gericht op zelfstandige en leidinggevende functies of doorstroom naar het hbo.
Een mbo-opleiding kun je volgen in twee leerwegen:
- BOL (Beroepsopleidende leerweg): je gaat vooral naar school en loopt stages.
- BBL (Beroepsbegeleidende leerweg): je werkt vier dagen per week en gaat één dag naar school.
Wat zijn de moeilijkste mbo-opleidingen?
Wat als “moeilijk” wordt ervaren, verschilt per persoon, maar er zijn mbo-opleidingen die vaker als pittig worden beschouwd vanwege de hoeveelheid theorie, de eisen op de stage, of de complexiteit van het vak. Hier zijn enkele voorbeelden:
1. Verpleegkunde (Mbo-4)
Deze opleiding vraagt veel van studenten: medische kennis, praktijkervaring tijdens intensieve stages, omgang met patiënten, werken in ploegendiensten en emotionele veerkracht. Studenten geven aan dat het vooral mentaal zwaar kan zijn, vanwege de verantwoordelijkheid die je draagt.
2. Middenkader Engineering (Mbo-4)
Deze technische opleiding vereist een goed begrip van wiskunde, natuurkunde en technische systemen. Het niveau van theorie en praktijk ligt hoog en studenten moeten veel zelfstandig werken.
3. Laboratoriumtechniek (Mbo-4)
Veel studenten vinden dit een lastige opleiding vanwege de hoeveelheid exacte vakken zoals scheikunde, biologie en statistiek. Het vereist nauwkeurigheid, discipline en analytisch denken.
4. Software Developer (Mbo-4)
Hoewel deze opleiding populair is, vinden veel studenten programmeren en logisch denken erg uitdagend. De leercurve is steil, vooral voor wie weinig ervaring heeft met computers of coderen.
5. Onderwijsassistent (Mbo-4)
Lijkt makkelijk, maar studenten onderschatten vaak hoe moeilijk het is om pedagogisch en didactisch goed te handelen. Je moet kinderen kunnen begeleiden, orde houden, samenwerken met leerkrachten én reflecteren op je eigen gedrag.
Wat vinden studenten moeilijk?
Naast de inhoud van de opleiding, spelen er andere factoren mee die een mbo-opleiding moeilijk kunnen maken:
- Stageproblemen: niet alle studenten vinden makkelijk een stageplek, en sommige worden op stage streng beoordeeld.
- Tijdmanagement: mbo-opleidingen vragen planning en discipline. Vooral in de BBL-variant moet je werk, school en vrije tijd goed combineren.
- Persoonlijke omstandigheden: studenten die kampen met bijvoorbeeld mentale druk, dyslexie of thuissituaties ervaren vaak extra uitdagingen.
- Communicatieve vaardigheden: veel mbo-beroepen vragen om goede samenwerking, klantgerichtheid en professioneel gedrag. Niet alle studenten zijn hier van nature goed in.
- Theorie en examens: hoewel het mbo praktisch is, zijn er ook theorie-examens, verslagen, en beroepsgerichte toetsen die als lastig worden ervaren.
Wat kun je doen na een mbo-opleiding?
Wat je kunt doen na een mbo-opleiding hangt af van het niveau dat je hebt behaald en jouw interesses. Er zijn drie hoofdopties:
1. Aan het werk
De meeste mbo-opleidingen leiden op tot een specifiek beroep. Denk aan:
- Verpleegkundige
- Automonteur
- Kapster
- Beveiligingsmedewerker
- Timmerman
- ICT-beheerder
Met een diploma kun je direct aan het werk. Sommige beroepen hebben veel vraag op de arbeidsmarkt, vooral in de techniek, zorg en bouw.
2. Verder studeren
Heb je een mbo-diploma op niveau 4? Dan kun je doorstromen naar het hbo (hoger beroepsonderwijs). Populaire hbo-opleidingen voor mbo’ers zijn:
- HBO-Verpleegkunde
- Social Work
- Leraar Basisonderwijs (Pabo)
- Bedrijfskunde
- ICT
Sommige studenten vinden de overgang naar het hbo pittig, vooral vanwege de toename in theoretische stof en zelfstudie, maar mbo’ers hebben vaak een voorsprong in praktijkervaring.
3. Specialiseren binnen het mbo
Na een niveau 3-diploma kun je een opleiding op niveau 4 gaan volgen. Ook binnen niveau 4 kun je kiezen voor een specialistische opleiding die je verder verdiept in je vak, zoals:
Een mbo-studie is praktijkgericht en leidt tot een vak of beroep. Sommige opleidingen worden als moeilijk ervaren, vooral vanwege de theorie, stages of mentale belasting. Na het mbo kun je werken, doorgroeien naar het hbo of je binnen het mbo verder specialiseren. Welke route het beste is, hangt af van je motivatie, interesse en toekomstplannen.
