De vaardigheidskloof is een groeiend probleem waar managers wereldwijd steeds meer mee te maken krijgen. Dit probleem ontstaat doordat de vaardigheden van werknemers niet passen bij wat er door nieuwe technologieën nodig is. De technologische veranderingen gaan sneller dan ooit, waardoor traditionele vaardigheden snel verouderen. Hierdoor zijn er wel veel vacatures, maar vinden bedrijven niet de juiste mensen met de benodigde kwalificaties om deze functies te vervullen.
Om dit probleem op te lossen moeten we als managers anders gaan kijken naar hoe we talent inzetten binnen onze organisaties. Mercer’s wereldwijde onderzoek naar dit onderwerp toont aan dat het ontwikkelen van intern talent veel effectiever is dan het uitsluitend inhuren van extern personeel. Bestuurders beginnen dit eindelijk te begrijpen en zien in dat investeren in de ontwikkeling van hun eigen medewerkers niet alleen noodzakelijk is, maar ook strategisch voordeel biedt.
De overheid kan hierbij een faciliterende rol spelen door levenslang leren te ondersteunen met beleid en middelen. Denk hierbij aan het creëren van leerbudgetten die medewerkers kunnen gebruiken gedurende hun carrière, onafhankelijk van hun werkgever. Dit maakt het voor werknemers makkelijker om zich voortdurend te ontwikkelen en aan te passen aan veranderende eisen.
Belangrijker nog zijn de twee stappen die managers zelf moeten zetten. Ten eerste moeten we functies, mensen en werk uit elkaar trekken. Dit betekent dat we niet langer mensen definiëren op basis van hun functie, maar op basis van hun vaardigheden. Bijvoorbeeld, een verpleegkundige heeft naast medische vaardigheden ook administratieve taken die niet altijd goed aansluiten bij hun primaire rol. Door deze taken te herverdelen of te automatiseren, kunnen we de unieke vaardigheden van onze medewerkers optimaal benutten.
Ten tweede moeten we technologie omarmen om taken te automatiseren en medewerkers te ondersteunen. Kunstmatige intelligentie en andere technologische tools kunnen routinematige taken overnemen, waardoor werknemers zich kunnen concentreren op de taken waar menselijke vaardigheden echt nodig zijn. Dit vraagt om een strategische heroverweging van hoe we werk organiseren en talent inzetten.
Samenvattend moeten managers een verschuiving in mindset maken: van het zien van medewerkers als functiehouders naar het zien van medewerkers als dragers van waardevolle, inzetbare vaardigheden. Alleen door deze verandering kunnen we de vaardigheidskloof effectief dichten en onze organisaties klaarstomen voor de toekomst.