De oproep van Amerikaanse ambassades aan Europese bedrijven om hun diversiteitsbeleid te staken is niet alleen zorgwekkend, het is een directe aanval op de waarden die onze werkvloer rechtvaardig en veilig maken. Leidinggevenden die nu wegkijken, laten na wat hun kerntaak is: zorgen voor een werkcultuur waarin mensen zich veilig voelen en het met elkaar oneens mogen zijn.
Wat op het eerste gezicht een geopolitiek spel lijkt – bedrijven die hun diversiteitsprogramma’s opgeven uit angst markten te verliezen – kan op de werkvloer voor onbegrip, polarisatie en zelfs conflictsituaties zorgen. Er kunnen diepe scheidslijnen tussen voor- en tegenstanders ontstaan. Als de emoties hoog oplopen, kan de tolerantie afbrokkelen. Het heeft dus direct impact op hoe collega’s met elkaar omgaan.
Mensen zich niet veilig voelen om ideeën of zorgen te uiten, blijven stil. Ook als ze fouten zien, kansen ruiken of zichzelf willen ontwikkelen. Die stilte kost bedrijven innovatiekracht, wendbaarheid en morele richting.
Leidinggevenden moeten hier dus actief aandacht aan besteden. Ze moeten deze spanningen herkennen, bespreekbaar maken en begeleiden. Dat kan door gesprekken te initiëren waarin collega’s naar elkaar luisteren en hun best doen zich in elkaars gevoelens en ideeën te verplaatsen. En door te voorkomen dat conflicten uit de hand lopen.
Het gaat er niet om dat leiders hun eigen denkbeelden aan anderen opleggen. Het is hun taak om te zorgen voor een veilige omgeving waarin ruimte is voor andere standpunten, waarin hete maatschappelijke hangijzers bespreekbaar zijn en waarin conflicten niet uit de hand lopen, maar opgelost worden. Hoe beter leidinggevenden daarin slagen, hoe meer medewerkers zich vrij zullen voelen om hun gedachten en zorgen te delen zonder angst voor veroordeling.
Bron: ANP nieuws.